Bericht gepubliceerd op 14/08/2022 - 00:00

Toch VVPRbis voor oud kapitaal van vof en CommV opgericht sinds 01 juli 2013!

De toepassing van het fiscale VVPRbis-regime vereist een inbreng in geld in een kleine vennootschap gedaan vanaf 1 juli 2013 die volledig volstort moet zijn. De volstorting van de initieel onderschreven sommen moet gebeuren uiterlijk op het ogenblik dat de algemene vergadering beslist om dividenden uit tekeren.

Wel bepaalde vennootschappen opgericht met een lager kapitaal dan de minimum vereiste vielen initieel uit de boot. Maar zij genieten nu toch van VVPRbis voor dividenden toegekend vanaf 01.01.2022.

Minimumkapitaal vereiste als spelbreker

Nemen wij het voorbeeld een commanditaire vennootschap of een vof die werd opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 met een volledig in geld volstort kapitaal van 1.000,00 EUR. De vennootschap kwalificeert bij haar oprichting als kleine vennootschap. Initieel was deze vennootschap uitgesloten van het VVPRbis-regime omdat zij géén minimumkapitaal van 18.550,00 EUR had. Zolang zij haar kapitaal niet verhoogdenaar minstens 18.550 EUR bleef dat zo. De afschaffing van de minimumkapitaal vereiste van 18.550,00 EUR door de wet van 17 maart 2019 bracht daar geen verandering in. De afschaffing gold enkel voor kapitaalverhogingen vanaf 1 mei 2019. Bovendien oordeelde het Grondwettelijk Hof dat voor inbrengen gedaan tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 de oude regeling (inclusief de minimumkapitaal-vereiste) bleef  gelden (arrest GwH van 15 oktober 2020).

Met haar kapitaal van 1.000 EUR bleef de sinds 1 juli 2013 opgerichte vof of CommV dus uitgesloten van VVPRbis. Pas als vennootschap een kapitaalverhoging doorvoerde vanaf 1 mei 2019 opende het nieuwekapitaal de weg naar het VVPRbis-stelsel.

Wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscalebepalingen

Maar de wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen (B.S. 28 januari 2022) bracht redding voor de dividenden die de vennootschap toekent vanaf 01.01.2022. Het VVPRbis-artikel 269, §2 WIB 1992 werd in zijn geheel vervangen en de nieuwe voorwaarden werden van toepassing verklaard op dividenden toegekend of betaalbaar gesteld met ingang van 1 januari 2022. Voortaan stelt de wettekst nergens dat voor de ‘oude’ inbrengen nog de minimum kapitaal-vereiste geldt. De initiële inbreng is volledig in geld volstort.Bijgevolg was het voor de fiscus lastig om die oude voorwaarde van minimum 18.550,00 EUR te blijven afdwingen bij gebrek aan wettelijke basis.

In antwoord op een recente parlementaire vraag bevestigt de Minister van Financiën nu uitdrukkelijk datdeze commanditaire vennootschap / vof (opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019) wel kan genieten van het VVPRbis-regime voor dividenden toegekend vanaf 01.01.2022.

Bizar genoeg weigerde de minister van Financiën begin 2022 nog het VVPRbis stelsel in antwoord op eeneerder gestelde parlementaire vraag aangaande een commanditaire vennootschap opgericht tussen 1  juli 2013 en 30 april 2019 met een oprichtingskapitaal van 2.000 euro inbreng in geld. Ook haar haar omvorming tot BV veranderde daar niets aan (parl. vraag nr. 812 van Wouter Vermeersch dd. 20 januari 2022).

Pas in de allerlaatste zin van het recente ministeriële antwoord op de nieuwe vraag verschijnt het goede nieuws : de bij de oprichting van de vennootschap (die destijds geen minimum kapitaal behoefde) uit gegeven aandelen komen eveneens in aanmerking voor het VVPRbis stelsel (parl. vraag nr. 1030 van Benoît Piedboeuf dd. 10 mei 2022). Gewoon sec weergegeven, zonder verdere uitleg of motivering. Wellicht heeft de minister van Financiën op basis van de huidige wettekst ingezien dat de uitsluiting uit de VVPRbis-regeling niet meer te verdedigen viel.


Wel actie ondernemen?

De kans bestaat dat de beoogde vof of CommV opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 met minder kapitaal dan 18.550,00 EUR nog 30% roerende voorheffing heeft ingehouden op de dividenden zij die n.a.v. de algemene vergadering in 2022 heeft toegekend aan de aandelen die het “oud” kapitaal vertegenwoordigen. Terwijl zij slechts 15% RV diende in te houden. De vennootschap kan die 15% teveel ingehouden roerende voorheffing terugvorderen door het indienen van een "aanvraag tot terugbetaling van de ten onrechte gestorte roerende voorheffing"

Bron: Practicali